Dit zijn de 10 belangrijkste zakelijke mobiliteitsontwikkelingen voor 2026

Ook in 2026 verandert er genoeg op het vlak van (zakelijke)mobiliteit. We hebben de 10 grootste ontwikkelingen voor je op een rij gezet op basis van het Belastingplan 2026 dat op 27 november is aangenomen.

1 Bijtellingsvoordeel elektrische auto’s vervalt

Per 2026 zou de gunstigere bijtelling voor de volledig elektrische auto van de zaak vervallen. Eind november bleek echter dat een voorstel van D66 en ChristenUnie is aangenomen om het bijtellingsvoordeel voor EV´s nog een paar jaar te behouden. Wie in 2026 een elektrische auto van de zaak krijgt, betaalt over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde 18 procent bijtelling. Voor elke euro erboven betaal je 22 procent. In 2027 stijgt de bijtelling naar 20 procent (over de eerste 30.000 euro) en vanaf 2028 geldt alsnog het voltarief.

2 Youngtimerregeling wordt aangepast

De lagere bijtelling voor EV’s behouden in 2026 (en 2027) kost geld. Dat potje wordt gevonden in de versobering van de youngtimerregeling. Zo gaat de minimumleeftijd voor youngtimers komend jaar omhoog van 15 naar 16 jaar. Vanaf 2027 is de stap flink groter en gaat de grens naar 25 jaar. De Youngtimerregeling zorgt ervoor dat youngtimers uitgezonderd worden van de reguliere bijtellingsregels. Zo betaal je voor de youngtimer van de zaak 35 procent bijtelling over de dagwaarde. 

3 Accijnskorting op brandstof blijft, maar wel in afgeslankte vorm

In principe zou de tijdelijke accijnskorting op benzine, diesel en lpg – in 2022 ingevoerd autorijden betaalbaar te houden – per 1 januari 2026 verdwijnen. De accijnskorting blijft nog een jaartje extra van kracht, maar wel in duidelijk afgeslankte vorm. Zo stemde de Tweede Kamer recent in met een voorstel om de brandstofaccijnskorting met 448 miljoen euro te verlagen naar 1,27 miljard euro. De accijnskorting op één liter benzine neemt 5,5 cent af, op één liter diesel 3,6 cent en op lpg 1,3 cent. Al met al ben je meer geld aan de pomp kwijt.

4 Pseudo-eindheffing laat nog een jaartje op zich wachten

Het is goed om in 2026 alvast rekening te houden met de aankomende pseudo-eindheffing per 1 januari 2027. Brandstofauto’s die vóór 1 januari 2027 in gebruik worden genomen, vallen immers tot 1 juni 2030 buiten de heffing. De pseudo-eindheffing is een nieuwe belastingmaatregel voor werkgevers die een zakelijke brandstofauto aan hun werknemers ter beschikking stellen. De pseudo-eindheffing bedraagt 12 procent van de netto cataloguswaarde van de auto. Dat tikt flink aan, want voor een auto van 40.000 euro betaalt u als werkgever 4.800 euro per jaar extra. De regeling heeft als doel om de overstap naar emissievrije auto’s – zoals EV’s en waterstofmodellen – te versnellen. Hoewel de heffing formeel de baas aangaat, verwacht de Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) dat in de praktijk de kosten op het bordje van de werknemers terechtkomen.

De pseudo-eindheffing is trouwens ook van kracht op youngtimers en voor rijders die geen bijtelling betalen. Bij die laatste groep wordt woon-werkverkeer als privégebruik gezien, waardoor de extra heffing alsnog geldt. 

De pseudo-eindheffing betekent ook: werk aan de winkel in 2026. Werkgevers die de eindheffing willen vermijden, moeten komend jaar al de overstap maken naar elektrisch rijden. Andere optie is de looptijd van de binnenkort aan te schaffen brandstofauto’s te verkorten.

5 Mrb op elektrische auto’s gaat omhoog

In 2025 konden EV-rijders nog profiteren van een korting van 75% op de wegenbelasting. In 2026 daalt die korting naar 30% korting. Daarmee komt de overheid terug van het idee om in 2026 25% korting te geven. Ook in 2027 én 2028 blijft de korting onveranderd 30%. Pas in 2029 daalt de korting naar de beoogde 25%. Per 1 januari 2030 verdwijnt het mrb-voordeel in zijn geheel voor elektrische auto’s. 

Nu de mrb omhoog gaat is de vraag: wat betekent het voor het normleasebedrag in jouw organisatie? Indexeer je het leasebudget, of stuur je aan op kostenbesparingen? Uit de Fleet Support Jaarmonitor blijkt dat de helft van de bedrijven de leasebudgetten niet indexeert.

6 Bpm op elektrische auto’s gaat verder omhoog

Elektrische auto’s zijn sinds 2025 niet meer vrijgesteld van bpm. De vaste bpm-heffing bedraagt €667. Dat bedrag wordt naar verwachting in 2026 verhoogd op basis van de inflatiecorrectie. De volledig elektrische bestelauto blijft in 2026 trouwens vrijgesteld van bpm, net als in 2025.

7 Er komen meer zero-emissiezones bij in 2026

Aan het begin van 2025 startten de eerste 14 gemeenten met hun zero-emissiezone. Naarmate het jaar volgde, kwamen daar nog eens 4 gemeenten bij. In 2026 zullen meer nulemissiezones volgen. Vanaf 1 januari 2026 gaat op Schiphol een zero-emissiezone van kracht en breidt Den Haag zijn bestaande zone uit richting de kust. In juli volgen ook Arnhem en Dordrecht. Daarmee komt het totaal aantal zero-emissiezones in 2026 op 21. De zero-emissiezone geldt in veel gemeenten voor vracht- en bestelauto's, met overgangsregelingen voor oudere voertuigen. Personenauto's zijn in principe uitgezonderd.

8 Onbelaste reiskostenvergoeding blijft gelijk

Net als in 2025 blijft de maximale onbelaste reiskostenvergoeding - voor woon-werkverkeer en zakelijke reizen - 0,23 euro per kilometer. De thuiswerkvergoeding gaat in 2026 wel omhoog. Thuiswerkers krijgen maximaal 2,45 euro belastingvrij, tegen 2,40 euro in 2025. De thuiswerkvergoeding is een compensatie voor de kosten (zoals elektriciteit en verwarming) die je maakt bij het thuiswerken.

9 Deel-, pool- of hubfietsen mogelijk bijtellingsvrij 

Net als voor de auto van de zaak geldt voor de fiets van de zaak bijtelling. Wie zijn leasefiets ook privé gebruikt, kan rekenen op een fiscale bijtelling van 7 procent. Dat blijft ook zo, maar in het Belastingplan 2026 (dat nog moet worden goedgekeurd) wordt nu wel geopperd om de bijtelling te laten vervallen op alle bedrijfsfietsen die niet structureel bij het woon- of verblijfadres van de werknemer worden gestald. Het gaat in de praktijk om deel-, pool- en hubfietsen. Een keertje op de deelfiets van het werk naar huis, kan dus straks waarschijnlijk bijtellingsvrij. De regeling gaat trouwens met terugwerkende kracht in vanaf 2020.

10 Versoepeling rapportageplicht WPM

Bedrijven met meer dan 100 werknemers zijn sinds 1 juli 2024 verplicht vast te leggen hoe hun personeel reist—van zakelijke autoritten (inclusief brandstoftype) tot trein-, fiets- en overige ritten—en die gegevens aan te leveren bij de RVO. Met goede software is dit te doen, maar veel bedrijven vinden het alsnog een flinke extra belasting. Daarom wil het kabinet de regels versoepelen: het lijkt erop dat de WPM-plicht vanaf de zomer van 2026 gaat gelden voor organisaties met meer dan 250 werknemers. Kleinere ondernemingen hoeven dan dus niet meer te rapporteren.

Relevant nieuws